Belt-Schutsloot – Wat momenteel voor elke voetballiefhebber geldt, is misschien wel het meest van toepassing op Arjan Zomerdijk. De Meppeler (54) staat te trappelen om in het nieuwe voetbalseizoen aan de slag te gaan als oefenmeester bij zaterdagvijfdeklasser SVBS’77 in Belt-Schutsloot. ‘Als de jongens er moeten staan, dan staan ze er. Aan mij om ervoor te zorgen dat ze er elke zaterdag staan.’
Dat staan is nog wel een dingetje, als het gaat om het fysieke gestel van Zomerdijk. Tijdens zijn voetballoopbaan liep hij met regelmaat een knieblessure op. Dat had ook zo zijn invloed op zijn trainersloopbaan. „Ik heb een versleten knie. In het verleden werd mij verteld dat ik moest stoppen met voetballen. Maar ja, dan word je ouder en dan gaat het toch weer wat kriebelen. Met een aantal oud-eerste-elftalspelers van MSC, zoals Guido Broers, Gino Veelo en Hajo van der Helm, ben ik toen in het derde elftal gaan spelen. Hartstikke leuk allemaal, maar ik moest na een wedstrijd echt wel één of twee dagen herstellen.”
Dat voor de volle honderd procent herstellen, deed deze eigenaar van een reclamebureau uiteindelijk dit seizoen. Na twee succesvolle jaren bij vv IJhorst liet Arjan Zomerdijk zich vorig jaar opereren. Hij kreeg een nieuwe knie. Gepland in de zomerperiode, maar vanwege aanhoudende klachten ging het mes er in april 2019 al in. „Toen ik in 2017 bij IJhorst kwam, deed ik op de training vaak mee met een partijtje. Een seizoen later deed ik nog weleens een oefening voor, maar meer ook niet. Er ging toen iedere drie maanden een spuit in, maar op een gegeven moment kon het absoluut zo niet verder en heb ik mij laten opereren.”
De tijd van revalideren en bezinning deed Zomerdijk beseffen („Een keer een weekendje niks doen is oké, maar niet te vaak”) dat hij maar al te graag weer als trainer aan de slag wilde. Na het trainen van wat jeugdteams bij Alcides en MSC en de vrouwen van MSC en d’Olde Veste’54 diende hij dus IJhorst. „We haalden twee keer de nacompetitie en hebben er met z’n allen echt wat van gemaakt. De jongens hadden inzet, er was beleving en ik had een aantal goede en vooral technische spelers. Ik heb er een mooie tijd gehad. Het is ook wel te vergelijken met SVBS. Jongens uit het dorp, een echte vriendenploeg en ze gaan ervoor. Alleen… zij moeten het iets meer van hun inzet hebben dan IJhorst. Ik heb SVBS in het uitduel met MSC gezien en dat is toch een van de betere ploegen in die vijfde klasse. Het werd toen keurig 0-0. Als de jongens er moeten staan, dan staan ze er. Aan mij om ervoor te zorgen dat ze er iedere zaterdag staan.”
MSC was ook de club waar Zomerdijk dit seizoen nog even werkzaam was. Bij het JO17-1-team, om precies te zijn. „Ik stapte in december in, toen het niet zo goed liep met het team. Het lukte uiteindelijk om het plezier terug te vinden. We hadden het op de rit staan. Zo jammer dat het maar drie maandjes geduurd heeft. Ik mis het op pad gaan met die jongens écht.” Rond die tijd werd hij gebeld door SVBS’77. „Ik weet nog dat ik in Parijs was, toen ik de telefoon opnam. Vóór IJhorst was ik er al eens eerder op gesprek geweest, maar toen heb ik het niet gedaan. In die tijd heeft de club echt stappen gemaakt. Een mooie kleedaccommodatie, het veld is nu voor de helft verlicht en het is ook lekker dicht in de buurt van Meppel. In de gesprekken die ik had met het bestuur en de spelers, was er een goede klik. Daarnaast spreekt de zaterdag mij ook iets meer aan. Dan heb je op zondag immers nog een dag weekend. Eerst ging ik op zaterdag altijd voetbal kijken en was ik zondag bij IJhorst actief. Ook heb ik een paar kilometer verderop een sloep liggen. Ik zei al: dan kan ik in de ochtend lekker varen en dan zo door naar SVBS.”
Zomerdijk heeft merkbaar veel zin om straks te beginnen in Belt-Schutsloot. De oefencampagne zit al in het hoofd en in de pen. Nu de grote gondelvaart niet doorgaat vanwege het coronavirus, kan hij mogelijk wat eerder beginnen met het seizoen. Het is alleen nog afwachten of het dorpsfeest tegen die tijd doorgaat. “Wat ik mezelf als doel heb gesteld? Dat is het bereiken van de nacompetitie en bij de beste vijf eindigen. Het lijkt mij echt geweldig om uiteindelijk op de platte wagen het dorp door te gaan. Aan de andere kant weet ik ook, of je nu een vijfdeklasser traint, werkt bij een club in de derde klasse of in de hoofdklasse, dat we allemaal praten over dezelfde voetbalzaken en dat we met z’n allen tegen dezelfde voetbalproblemen aan lopen.”